Gianluigi Buffon (41 jaar) kan nog makkelijk 10 jaar mee in het 1e team van Juventus!
Deze keer: Tegen de stelling!
Onlangs werd in Milaan het jaarlijkse FIFA-gala gehouden. Op tv zag ik vooral beelden van een Italiaanse dame die tijdens het gala José Mourinho interviewde. Het gesprek was tenenkrommend en het lag deze keer niet aan Mourinho. De dame in kwestie bleek de partner te zijn van Gianluigi Buffon. Als zij thuis ook zo’n intelligente vragen stelt, dan is het begrijpelijk dat Buffon afleiding zoekt en daarom nog niet stopt met voetbal. Of dat echter verstandig is?
Ik had altijd wel een zwak voor Buffon. Op de eerste plaats was hij natuurlijk een topkeeper met geweldige reflexen. Daarnaast was er de passie die hij uitstraalde als hij voor het Italiaanse elftal uitkwam. Buffon was echter op zijn mooist als het even niet zo goed ging. De dramatiek spatte van zijn gezicht af als het weer eens niet lukte om met Juventus de hoogste prijs te winnen.
Het blijft een smet op zijn glansrijke voetbalcarrière dat Buffon met Juventus nooit de Champions League heeft gewonnen. Het was de reden dat hij vorig seizoen naar PSG verkaste. Ook daar lukte het echter niet en dat was een grote deceptie voor de Italiaan. Waar iedereen dacht dat dit het einde van zijn carrière betekende, verraste Buffon vriend en vijand door bij Juventus terug te keren. Daar is hij momenteel tweede keeper achter Szczesny. Af en toe mag hij de Pool vervangen. Stiekem hoopt hij natuurlijk op meer speeltijd. Het zal dan wel wennen zijn, omdat nu jonkie Matthijs de Ligt in plaats van ijzervreter Chiellini voor hem in de verdediging staat.
Buffon oogt nog fit, maar ook hij kan de tijd niet stilzetten. Op enig moment zal zijn leeftijd hem parten spelen. Straks heeft hij het niet meer zelf in de hand om een punt achter zijn carrière te zetten, maar nemen anderen die beslissing voor hem. Dat moet hij zien te voorkomen. Mijn advies is daarom: dit seizoen nog even het Italiaanse kampioenschap meepikken, de finale van de Champions League bereiken en daarna snel stoppen. Die finale wordt uiteraard weer verloren. De beelden van Buffon die hierna zijn afscheid aankondigt, zullen echter onvergetelijk zijn!
En wat vindt Frank (Vóór de stelling)?:
Ik heb het deze keer vooral te doen met mijn collega Peter, want in weerwil van de gevleugelde uitspraak van onze Grote Meester zou het mij dit keer niet lukken om een nadeel bij deze stelling te bedenken. Doorkeepen totdat de Italiaanse doelman erbij neervalt heeft namelijk niets dan voordelen:
Een eenvoudiger baantje dan doelman van Juventus is bijna niet te vinden. De laatste vijftien jaar is deze ploeg met twee vingers in de neus kampioen geworden, dus de kans dat je serieus in actie moet komen is te verwaarlozen. Het schijnt dat Buffon al diverse LOI-cursussen met succes heeft doorlopen terwijl de wedstrijden in volle gang waren: hij spreekt inmiddels vloeiend Hebreeuws, maakt in Excel de meest ingewikkelde spreadsheets en heeft tijdens de uitwedstrijd tegen Napoli zijn bachelor Fiscaal Recht & Management gehaald. En als voetballiefhebber heb je primadeluxe zicht op op wereldsterren als Ronaldo, Bonucci en Ramsey. Bovendien geen gedoe met security of vijandige supporters in het veilig afgebakende doelgebied waar slechts zelden wat gebeurt.
Maar los van de gunstige primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden – denk aan een gratis consumptie in de rust en een 4×4 auto van de zaak – valt er tevens op macro-economisch vlak veel voor te zeggen om Buffon tot het einde der dagen op de loonlijst van de oude dame te laten staan.
Om de torenhoge staatsschuld en begrotingstekort te beteugelen is het van groot belang dat zoveel mogelijk Italianen zo lang mogelijk over een bezoldigde baan beschikken. Als ik Jort Kelder moet geloven zal een instortende Italiaanse economie ons land naar de afgrond zuigen, juist nu we op Prinsjesdag te horen hebben gekregen dat iedereen er komend jaar 0,00000023% op vooruit gaat. Dat zou zonde zijn.
Tot slot nog even terug naar Gianluigi: hij bracht tien (!) jaar geleden zijn eerste biografie uit. Binnenkort verschijnt deel 2 en het schiet al aardig op, met name tegen ploegen uit het rechterrijtje. Alleen een beetje alert blijven op de onvoorspelbare terugspeelballen van die nieuwe snotaap uit Amsterdam.