Het Nederlands elftal van 1974 was beter dan het Oranje van 1988!
Deze keer: Vóór de stelling!
De makke van het Nederlandse voetbal is dat er wél altijd goede voetballers waren, maar dat Oranje afgezien van 1988 geen titels kon pakken. Vergelijk dat eens met landen zoals Duitsland en Italië. Vaak mindere voetballers maar toch een volle prijzenkast.
Ik bewaar goede herinneringen aan het jaar 1974. De eerste autorijles, het behalen van het vwo-diploma en mijn eerste baan in het ‘verre’ Eindhoven. De mooiste herinnering is echter het kampioenschap dat met de RIOS A-jeugd werd behaald. Het was een hecht vriendenteam dat ook nu, na bijna vijftig jaar, nog regelmatig bij elkaar komt. Eens in de vijf jaar zelfs samen een weekend op stap. De partners zijn er uiteraard ook altijd bij. Twee kameraden van toen zijn helaas overleden. In onze gedachten zijn ze er altijd bij.
In 1974 beleefde ik echter ook het meest traumatische sportmoment. Toen het laatste fluitsignaal van de WK-finale had geklonken, ben ik verdwaasd naar buiten gelopen. Hoe was dit mogelijk?
Aan het jaar 1988 heb ik, afgezien van het gewonnen EK, geen bijzondere herinneringen. Voor het eerst een titel, het was prachtig. De euforie kende geen grenzen, tot twee jaar later het WK in Italië volgde. Met vrijwel dezelfde spelers werd dit toernooi een fiasco. De generatie uit de zeventiger jaren deed het beter. Na 1974 behaalde Oranje ook in 1978 de finale en verloor daarin van gastland Argentinië. In het Nederlandse team stonden veel spelers die er ook in 1974 bij waren. Het blijft een geweldige prestatie omdat een WK hoger aangeschreven staat dan een EK.
Het is bijna ondoenlijk om teams uit diverse periodes met elkaar te vergelijken. Toch heb ik een poging gewaagd en spelers op vergelijkbare posities in het elftal met elkaar vergeleken. Veel spelers uit 1974 en 1988 vind ik gelijkwaardig, maar er zijn ook verschillen. Zo was Cruijff beter dan Van Basten, Van Hanegem beter dan Mühren, Neeskens beter dan Wouters en Krol beter dan Van Tiggelen. Van de ‘tachtigers’ winnen alleen Rijkaard en Van Breukelen van hun collega’s uit 1974, Rijsbergen en Jongbloed.
Mocht het bovenstaande nog niet genoeg reden zijn om vóór de stelling te zijn, dan heb ik nog een ander argument. Het team uit 1974 zorgde met zijn totaalvoetbal voor vernieuwing in het voetbal. Het team uit 1988 staat alleen maar bekend als ‘een goed stel’!
En wat vindt Frank (tegen de stelling)?:
Ik word een beetje moe van al die herhalingen van oude wedstrijden; alle edities van Real-Barca ken ik onderhand uit mijn hoofd. En nu moet ik ook nog iets zinnigs uit mijn vingers zien te krijgen over het voetbal in een donker en iets minder donkergrijs verleden. Om maar meteen deze stelling vierkant te hakken: natuurlijk was het Oranje uit 1988 veel beter dan dat van 74. Dit lag met name aan de fitheid van de internationals: er werd minder gerookt voor, na en tijdens de wedstrijd én de sleutelspelers gingen veel minder van bil gedurende het toernooi. Vandaar dat Van Basten, Suvrijn en consorten nog voldoende puf hadden om het in de finale wél af te maken. Een ander bewijs dat het niveau eind jaren 80 tot ongekende hoogte was gestegen, en naar mijn bescheiden mening nimmer geëvenaard, dook onlangs op op youtube: oude beelden van de Classico der Classico’s: RIOS – EVV. Namen die nog altijd klinken als een klok en nooit van mijn netvlies zijn verdwenen: de nimmer versagende, berekenende Ton Meeuwissen, de blonde, veelscorende Flits van Pey Hans Heuvelmans, de spijkerharde, supersnelle Henk van de Ven jr, op haarkleur eenvoudig te onderscheiden van de listige Nilfisk op het middenveld Henk van de Ven sr. Onmisbare brokken ervaring en graniet: Wim Giesberts en Huub Werens, vaak vooraan in de strijd te vinden. Verder de man met dynamiet in zijn linkerbeen Fred Geurts: tijdens het jaarlijkse zaalvoetbaltoernooi schoot hij stukken uit de muur van de sporthal, En natuurlijk aanvoerder Jan Tholen, met een longinhoud waar de hightech beademingsapparatuur van tegenwoordig het benauwd van zou krijgen. Op doel Piet Wolfs, wat had die een stijlvolle en vooral loepzuivere uittrap in huis – ook de lekkerste asperges trouwens-, hij was goed bevriend met de hardst werkende spits uit het postcodegebied Wil Beunen (nog altijd schandalig dat die prachtige kopbal werd afgekeurd, waar was de VAR toen je hem nodig had??) en tot slot Arno en Francesco Catta, fijner besnaarde spelers zijn er nooit meer te vinden geweest op de Limburgse velden. En dan te bedenken welk een potentieel om allerlei reden niets eens meedeed! Aan de zijlijn oefenmeester en milde strateeg Pierre Gehlen en grensrechter Jac Renet om met een scherp oog de zeldzame gaatjes in de solide defensie te lijmen. Een dreamteam met allemaal homeboys, kom daar nu maar eens om.
Het wrange van dit beeldverslag is dat de gluiperige tegenstander van de andere kant van de Rijksweg – loerend op foutjes en counters – er op die bewuste kermiszondagmiddag met de punten vandoor ging. Dit kwam niet alleen door de eerder genoemde scheidsrechterlijke dwaling, maar mede door ex-RIOS speler Eric Effing die juist op die dag de sterren van de hemel speelde. Er waren destijds ook mensen die de weg andersom hadden bewandeld – eerst blauw, dan rood – maar dan mocht je in het beste geval vanaf de zijlijn toekijken en het gebeuren van commentaar voorzien. Dat deed Willem Vissers in dit geval zeer eloquent en humorvol. Kortom: van alle potjes uit de oude doos is dit er wél eentje die de moeite van het terugkijken waard is. Wat je noemt een goed stel aan de vooravond van het glorieuze EK88. https://www.youtube.com/watch?v=UkteLZCaFoM&t=31s