Een gescoord doelpunt, al dan niet lichtjes aangeraakt door een verdediger, hoort op naam van de aanvaller te komen!
Deze keer: Vóór de stelling!
Waarom is er de laatste tijd zoveel discussie over de namen van de doelpuntenmakers die op het wedstrijdformulier staan? Dat was vroeger toch niet zo?
De waarde van een speler wordt tegenwoordig vaak afgeleid van het aantal doelpunten dat hij scoort. Daarom is het voor de speler in kwestie ook zo belangrijk een doelpunt op zijn naam te krijgen. Dat is de laatste tijd nog niet zo gemakkelijk. Wordt de bal ook maar even aangeraakt dan noteert de scheidsrechter ‘eigen doelpunt’. Heeft dit misschien te maken met de invoering van de VAR? Op de beelden is de lichtste aanraking namelijk goed te constateren. Maar wat zegt ‘aangeraakt’ nu? Als dit zo verder gaat dan is een juichende, ‘scorende’ aanvaller binnenkort steeds minder te zien. Je gaat toch niet juichen als straks niet jouw naam, maar de naam van de verdediger op het wedstrijdformulier staat met daarbij de vermelding ‘e.d.’?
Door scheidsrechter Mulder werden laatst, geslaagde doelpogingen van Tagliafico en Ziyech in de wedstrijd tegen NAC als eigen doelpunten van NAC’ers aangemerkt.
Wat zeggen topscorerslijsten uit het verleden dan nog? Bij de vele doelpunten van Willie van der Kuijlen en Ruud Geels zal ongetwijfeld wel eens een lichaamsdeel van een tegenstander de bal aangeraakt hebben voordat deze in het doel belandde.
Wanneer is dan wel terecht sprake van een eigen doelpunt? Het is alweer wat jaartjes geleden. Ik voetbalde nog bij de veteranen van Slekker Boys. Bij een poging om een lage, harde voorzet onschadelijk te maken, verdween de bal via mijn wreef, onhoudbaar voor keeper André, in het doel. Geen discussie: eigen doelpunt. Hetzelfde overkwam Liverpool-speler Matip in de wedstrijd tegen Bayern. En ook over de actie van de onhandige Sven van Beek, die de bal in eigen doel gleed in de wedstrijd tegen Groningen, bestaat geen discussie.
Vanaf komend seizoen gelden er nieuwe spelregels voor hands, wissels, doeltrap en de muur. Met regels en technische hulpmiddelen probeert men alle knelpunten in het voetbal op te lossen. Regels en een alziende VAR kunnen echter niet altijd op tegen ouderwets voetbalgevoel. Dat gevoel zegt in elk geval dat doelpunten, waarbij alleen maar sprake is van een lichte aanraking, toegewezen moeten worden aan de aanvaller!
En wat vindt Frank (tegen de stelling)?:
De wijze mannen duiken een paar weken onder en bij terugkeer ziet de wereld er opeens compleet anders uit: het chagrijn van de afgelopen jaren heeft definitief plaatsgemaakt voor vreugde en jolijt: WIJ zijn namelijk weer de besten van de wereld. De Nations League was slechts een voorspel op de hoogmis in Bernabeu, waar een poenerige grootmacht werd zoek getikt door de bloeddorstige jonge honden van Eric ten Hag, met aan het roer onze blonde jongens van stavast: Mathijs en Frenkie. En toen moest die machtige kopbal van Virgil van Dijk tegen Bayern nog komen. Het valt me zwaar om op deze vloedgolf aan optimisme ergens faliekant tegen te zijn, maar in dit geval is er veel voor te zeggen. Er zijn spelers die er bij het maken van eigen doelpunten geen doekjes om winden: tot deze categorie rekenen we Sven van Beek en Joël Veltman, die bij voorkeur vol op de pantoffel en stijf in de kruising hun eigen doelman het nakijken geven. Maar tegenwoordig worden ook subtielere toucheringen van verdedigers tot de categorie ‘eigen doelpunt’ gerekend. Vervelend voor zowel de echte schutter, als voor de pechvogel, maar toch ben ik ertegen om de aanvaller de credits te geven en zal u uitleggen waarom.
Sinds geruime tijd ben ik regelmatig met een aantal andere ex-vedetten te vinden op een voetbalveld pal achter de duinen, in aantal variërend van 3 tegen 3 (slecht weer) tot 10 tegen 10 (goed weer). Bij een ongelijk aantal wordt gekeken naar het loop- en voetbalvermogen (in die volgorde). In de loop der jaren zijn spelregels ontstaan die voor ons inmiddels logisch zijn, maar voor buitenstaanders volslagen onbegrijpelijk: zo is het niet toegestaan om via een pilon te scoren. Wie de bal haalt, mag hem ook in het spel brengen, kopgoals tellen dubbel…. van die dingen. Niet onbelangrijk – zeker in het licht van deze stelling -: er mag niet gescoord worden binnen 5 meter van het doel. Hoe ver dat precies is, weet bijna niemand: dat varieert nogal wie je het vraagt en leidt wekelijks tot verhitte gemoederen. Maar…. (en nu komt het): wordt er geschoten van buiten de 5 meter en iemand beroert de bal, dan is het einde discussie: geldig doelpunt. Kortom (de moraal van het verhaal): we kunnen de sterren van vandaag niet vroeg genoeg bijbrengen, dat ze met hun ledematen van de bal af moeten blijven. Zeker als je Kimpembe heet en je ziet in de laatste minuut van een belangrijke wedstrijd het leer richting de vierde ring vliegen. Jong geleerd is oud gedaan en het zal hen later als ze groot zijn veel frustratie besparen als het op een modderig veldje écht om de worst gaat.